1532-06-25 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 253v-257
Jaartallenindex

Karel oorkondt een supplicatie ontvangen te hebben van onse beminde schiltknape Aelbrecht van Raephorst, inhoudende, dat hij heeft twee zonen en andere kinderen, dat hij geen of weinig goederen heeft dan leengoed, zeer belast met schulden, bedragende wel 400 Kar gld, mits dat hij groote en merckelijke costen gehad heeft van enen Gerrit van Raephorst, zyn broeder, die in den Hage gevangen lag ter cause van delicten door hem gepleegd, daervan deselve suppliant van ons naderhant vercreeg onse brieven van remissie tot synen grooten costen, alsoo die selve Gerrit selve geen goederen en hadde. De suppliant wordt dagelijks voor zijn schulden gemolesteerd en dreigt in rechte aangesproken te worden, hetgeen veel kosten zal meebrengen. Hij kan niet betalen daar hij geen of zeer weinige goederen te verkopen heeft. Hij vraagt nu verlof om 4 morgen land te mogen verkopen als leengoed, genaemd die Coecamp ende die duynen van Raephorst, gelegen aan t huys te Raelphorst, een jaarlijkse rente van 4£ gr Vls, ter losse den penning 16. Bovendien vraagt hij verlof om tbv zijn jongste zoon over een zeker perceelken of rente te mogen disponeren. Hij ontvangt de gevraagde consenten om bij testament die making te mogen verrichten, en ook op het voorn. land een losrente van 4£ gr Vls te mogen vestigen