1532-07-10 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 188, 188v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat Frederick van Zuylen van Nievelt, schildknape, erkent dat hij achtervolgende zekere huwelijksvoorwaarden gemaeckt en geconfirmeert tussen Willem van Nievelt ter eenre ende jvr Foeijen [!] ter andere zijde, gegeven heeft in medegave met zijn zoon Willem van Nieuvelt voors, ende de kinderen die Willem en zijn vrouw jvr Agniet in hulpe des huwelijks vercrygen mogen: ½ van al de goeden en land tot Heeren Aertsbergen beneden Schoonhoven, behoudens Frederik zijn lyftocht aan die voors. goeden, uytgesondert die huysinge, hofstede en boomgaert die Frederik aan zich houdt, onder voorwaarde dat Willem op deze helft tot zijn last zal nemen na zyns vaders dood en niet eer alsulke 22 Kar gld (van 40 gr Vls) per jaar, losbaar den penn. 16, als zijn zwager Jan van der Haer op deselve goeden competeren. Op 1532-08-09 beleent Karel, na opdracht door Frederik, diens zoon Willem met ½ van de goederen van sheeren Aertsbergen, zoals boven vermeld, met ½ van 46½ hoeven lands gelegen in den hoefslach, dat is te verstaen 10 viertelen tot sheeren Aerntsbergen, aengaende van den diepe van der Lecke totte de oude watering toe. Voort van Wouter Gysenz tot aen den nieuwen cadijk, als deze 10 viertel begrepen hebben, belend oost: ½ hoeve lants geheten heer Goedevaertsambacht, west: een hoeve lants die den here van Arkel toe te behoren placht. Te houden als leen van Arkel tot een recht leen. Zijn vader behoudt zijn lijftocht hieraan. De eed doet Zeger van Alveringen, rentmeester van de graaf van Nassau
Aerien Berntzoon, Bouwen Claesz, leenmannen van Holland; 1532-08-09 present: Herman van Leeuwen, Cornelis Barthoud Jansz