1535-03-18 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Asperen, Altena etc fol 8v, 12
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij heeft ontvangen de ootmoedige supplicatie van Jan van Outheusden Jansz, inhoudende hoe dat hij heeft vele en diversche lenen in het graafschap van Holland, lande van Altena en elders, en dat hij ook vele kinderen, zoons en dochters, over wie hij zijn lenen zou willen verdelen "omme dat syne andere goeden niet souffisant genoech en zijn". Daar hij ook schulden heeft die hij niet betalen kan, zal hij ook lenen of delen daarvan moeten vercopen en belasten. Hiervoor vraagt hij octrooi. Hij ontvangt octrooi om over zijn goederen te disponeren. Op 1536-10-10 maakt hij zijn uiterste wil, waarin hij bepaalt dat na zijn dood en die van zijn huisvrouw, zijn oudste zoon niet geestelijk zijnde, zal mogen vooruitnemen t huys tot Outhuesden, ende van den anderen lande en heerlijkheid zijn andere broeders en zusters recompenseren. Door hem zelf geschreven en ondertekend 1535-10-10 [excerpt] (vgl 1542-05-27)