1536-06-14 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 75-78
Jaartallenindex
Karel vergunt op verzoek van Lenaert Vranckez Boon en diens vrouw jvr Catharine Lourensdochter, [hij is tollenaer] te Geervliet, dat zij bij uiterste wil over hun goederen mogen disponeren; 1538-06-09: testament van Lenaert Boon Vranckez, baljuw van het land van Putten en diens vrouw Catherina Laurisdochter. Aangezien zij het meestendeel van al haar goederen die zij hebben "mit haren eygen, industrie, arbeijt, diligentie en neerstigheyt vercregen en vergadert hebben" vermaken zij het gebruik aan elkaar. Haar broer Jan Laurisz treedt hierbij op als haar voogd. Na hun beider dood te verdelen over hun erfgenamen. Reserverende elk uit de ½ van hun goederen 600 Kar gld om daarmede hun wille of hun testament te doen, om evt processen tussen hun kinderen of kindskinderen te verhoeden ordineren zij. Lenaert verklaart dat het leven van zijn dochter Mertgen hem zo mishaagde dat hij haar van haar kindsgedeelte institueerde in t gunt dat zij van hem boven haars moeders erve in augmentatie van hare dotale goederen heeft gehadt als hij [!] eerste huwelicte aen wijlen mr Michiel Jacobsz, advocaat was in den Hage, t welk bedraagt 25 R gld per jaar. Hij vermaakt Mertgen zijn voordochter daarenboven nog 12 R gld per jaar. In haar plaats zullen komen haar kinderen geprocreert bij de voorn. mr Michiel Jacobsz ende noch by deselve Martgen by dese hare man nog geprocreert sullen worden [! hij is dood !?]. In hun goederen institueren testanten hun dochter Machteld (vgl 1539-05-10)
get. L. de Zoete; 1538-06-09: notaris Johannes Valck, presbiter, present: Adriaen Aertsz, Cornelis Jansz, schepenen van Gervliet, Huych Heindricsz, secretaris deser stede