1536-10-13 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 434
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor onze stadhouder van lenen mr Vincent Damas, onse Raet en mr v.d. rekenkamer, opdroeg tbv Catharina Jacobsdochter, weduwe van Jacob Arlewynsz, 3 morgen lands gelegen in het ambacht van Monster bij Quintshuele, belend aan die een zyde: dat clooster van der Lee, an die ander zyde: die Canonicken van Naeltwyck, en dat hij vervolgens Katharina met dit leen beleend heeft tot een erfleen, binnen den eersten lede niet te versterven. Haar dochters man Pieter Claesz doet de leeneed voor haar

Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, Bartoud van Outenae, leenmannen