1537-05-27 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 34v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij na opdracht door heer Lodewijk van Praat en van Moerkerken, heer van Kernisse etc tbv jvr Petronella van Praat en van Moerkerke, geechte huisvrouw van jhr Herman van Bronchorst heer van Batenburch, beleend heeft met: 1) het voors. halve veer gelegen onser stede van Dordrecht en van Papendrecht, te houden tot een erfleen, 2) de 14 morgen gelegen en bepaalt als voors. staat. Te houden als leen van Arkel tot een recht erfleen. Voor jvr Petronella doet Dirrick van Meeckeren als haar gemachtigde de eed (1537-05-25)

Cornelis Barthouds, Willem Pietersz Criep, leenmannen