1538-03-20 (1537) |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 37v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen jvr Cornelia van Cleyenburch Adriaensdochter met haar zoon Willem Vastaertsz als gecoren voogd in deze zake, opdroeg tbv Jacob Willemsz, t gorscheken van gorsscheydinge, zulcx alst bedyct leijt, mits ambachtsheerlijkheid, tienden, visserijen, vogelrien, jaar grooten, gelegen binnendijks. Alleenlyk reserverende aan haar selve het onbedycte mette droge en natte dyken van tselve gorseken. Ende is t selve bedycte land gelegen binnen deze merken, oost: de dyk van St Pieterspolre, genaemt t Perdegat, zuid: de dyck van Herkingen mitte ½ heule van t selve land, west: de zeedyck, die Vastaert Willemsz leijde [er staat: beijde] in den jare 1532, noord: de dyk van Dircxlant. En dat hij Jacob Willemsz hiermede beleend heeft. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen
Cornelis Barthouts, Willem Criep, Jan Gans, leenmannen