1538-12-04 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 83v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat jhr Francois van Wena, here tot Gysenburch, heeft overgegeven over mits desen, wel bedacht en onbedwongen van yemande, dat hij sijn huijs tot Ghyssenburch mitter hofstede, cingulen, boomgaerden en heerlicheden van dien, met die manschappen daertoe behorende, mit een stuk land daertoe behorende, geheten die Nesse etc, ende voorts al zijn toebehoren, zulcx als hij dieselve heerlijkheid c.a. van de keizer in leen houdende is, zulcx als hem bij sijn vader angeerft is, dat hij deselve heerlijkheid om geenderhande saecken wil en sal mogen vercopen noch alieneren, maar deselve laten succederen en erven op zijn oudste zoon Jacob van Wena, geprocreert bij zijn tegenwoordige huisvrouw jvr Elisabeth, ende op des voors. Jacobs van Wena kindt, kinderen en erfgenamen gecomen van synen lyve, geprocreert bij zijn toecomende huysvrou jvr Cristina Gysbrechtsdochter van Merloo, indien bij gebrake voor den overlijden van den voors. joncker Franchois van Wena of te na, ende in gevalle de voors. Jacob van Wena zijn kindt ofte kinderen deser werelt overleed sonder wittachtige blijkende geboorte achter te laten, dat als dan die voors. heerlijkheid wederom vrij comen, erven en succederen sal aen de zyde van daar zij gecomen is. Hij verzoekt de keizer deze beschikkingen te confirmeren (vgl 1539-07-29)
mr Jacob de Jonge, heer tot Baardwyk, Raad en mr v.d. reeckening, Heyman van de Ketel, ontfanger v.d. erspargne, Cornelis Barthouts, leenmannen