1560-03-10 |

Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 696
Jaartallenindex

Cornelis Franchoys van Bodeghem, schout in het ambacht van Vryenban, met als gezworenen Willem Adriaensz en Lenaert Jansz, Ghysbrecht Jansz, schout in het ambacht van Dorp, met als schepenen Jan Claesz Vercrost en Jacob Claesz, oorkonden tesamen dat Cornelis Aertsz als principaal en Cornelis Pouwelsz met Jan Pouwelsz en Maritgen Jansdochter, weduwe van Jan Arysz, als borgen, verklaren verkocht te hebben aan de H. Geest in den Hage een jaarlijkse losrente van 6£ gr Vls, losbaar den penning 16. Cornelis Aertsz verzekert deze rente op 7 morgen land met huis, schuur, bargen en geboomte in Noord Ketel, in het ambacht van Vryenban, streckende van de Harrickweg oostwaarts tot de oostwatering, belend zuid en noord: Michiel Jansz tot Delft, en de hieronder genoemde erfhuur, 2) 7 morgen gemeen in 9 morgen strekkende van de Harrickweg oostwaarts tot de oostwatering, belend zuid: heer Jan Pietersz, noord: Jacob Jansz, wonende te Delft, 3) 4 morgen erfpacht land, toecomende aan de H. Geest in Delft, west: de Harrickwech, zuid: de 7 morgen waarop het huis staat, oost en noord: Lenaert Jansz, belast met 7£ 5 penn Holl sjaars. Maritgen verzekerde deze rente op 2½ morgen eigen land in het ambacht van Dorp, oost: het Tantoff, noord: Betgen Jaspersdochter, west: jonge Jan de Heuijter, zuid: Anthonis Cornelisz Foeyen tot Delft. In margine: habet anno 1557 Cornelis Aertsz als principael, anno 1586 Claes Dammasz rietdecker, die op 1591-03-11 hiervan 12 gld sjaars lost. Op 1592-03-22 geheel afgelost