1563-01-18 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl I Inv 960, dl II regest 713
Jaartallenindex
schout en gezworenen in het ambacht van Berkel oorkonden dat Pieter Lenaertsz als principaal, met zijn vader Lenaert Pietersz Cruser en Cornelis Adriaensz als borgen, verklaren verkocht te hebben aan de H. Geestmeesters in den Hage, als collators van de door Elisabeth Heynricsdochter van Coelen gestichte vicarie op het H. Geestaltaar in de St Jacobskerk in den Hage, waarvan nu Adriaen Gerritsz possessor is, een vrije [!] losrente van 15 Kar gld, losbaar den penning 16, verzekerd op: 1) 7 ½ morgen land strekkende van de Berkelse weg oostwaarts tot de landschee, belend noord: Symon Vranckez, zuid: Lenaert Vranckez, met het huis, de schuren en de berg daarop staande, 2) 23 hont land in een camp van 8 morgen min 2 hont land, gemeen met jonker Johan de Heuijter te Delft, strekkende van de Berkelseweg westwaarts tot de Ryskade, belend noord: Cornelis Heyndericsz, Cornelis Aertsz en Claes Vranckenz, zuid: Frans Cornelis, 3) 2 morgen land, belend oost en zuid: Adriaen Willemsz, west: Lenaert Geeritsz, noord: Adriaen Heynez tot Ryswijk. Al deze stukken land met het huis, gelegen in het noordeinde van genoemd ambacht, en belast met 900 Kar gld ineens die zijn stiefkinderen als erfenis van hun vader daarop sprekende hebben (vgl 1555-05-02)
Jan Jacobsz Bruser, schout, Adriaen Claesz, Pieter Danielsz, Claes Adriaensz, Symon Fransz, Jan Lenaertsz, Aelwyn Cornelisz en Huijch Martijnsz als gezworenen