1565-06-29 |

R.A.H. Coll Aanw 133/I Caput N.H. fol 158v, oud fol 43v
Jaartallenindex

koning Philips beleent mer Martin Snouckaert, ridder, heer van Somerghem, van Brauwenburgh, griffier en 1e pensionaris der stad Brugge, na dode en makinge van zijn broeder heer Willem Snouckaert, met de lenen die vrouwe Johanna van der Binchorst en haar voorzaten in leen hielden: 1) die hofstede van der Binchorst, erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven; int oude land van 's Gravesande: 2) ½ morgen land, zuid: Lysbeth Huygendochter, bagijn, noord: Gerrit Huygenz, oost: heer Amon, priester, west: die van Wateringe, 3) ½ morgen land, zuid: die kerk van 's Gravesande, noord: Jan van Ryssel, oost: Claes Arntsz, west: die dwerssloot, 4) 1½ hont land, zuid: de kerk van 's Gravesande, noord: de H Geest te 's Gravesande, oost: die van Wateringe, west: die reguliers van 's Gravesande, 5) 1 morgen land, zuid: Belye Floris Gerritsz dochter, noord: Jacob Willemsz, Janne Willemsdochter, oost: de H. Geest te 's Gravesande, west: Jacob van Poulenborge, 6) 1 morgen land, noord: de kerk van 's Gravesande, zuid: mr Nicolaes van Hoorn, oost: Mathys de Kuijser, west: die Reguliers, 7) in t Nieuwland van 's Gravesande: ½ morgen, noord: Meijns de bagyn, oost: de wech, zuid: die kerk van 's Gravesande, west: de dijcke. Tesamen 4 morgen 1 hont. Tot een onversterfelijk erfleen; 8) een hofstede te Backum met 3 stucken land op de westzijde daarvan gelegen met dat lage land daarbij, achter en voren, groot 4 geersen, oost: een hofstede genaamd Banen hofstede, west: Geertruid Claesdochter, zuid: Cornelis Gerritsz te Alkmaar ende hijselve met eigen land. Tot een erfleen. Hulde doet voor hem Jacques Snouckaert als gemachtigde (vgl 1565-05-25, 1566-01-18)