1567-03-11 |
Arch Oude Hof Alkmaar no 73
Jaartallenindex
schout en schepenen in de ban van Castricum oorkonden dat voor ons quamen drie buerluyden en inwoners van Castricum, Jan Heynricksz op Cleybroock, Pancras Symonsz en Claes Jansz Cronenburch, die verklaarden gezamenlijk schuldig te wesen aan pater en mater van het Oude Hof te Alkmaar een jaarlijkse losrente van 12 Kar gld, losbaar met 200 Kar gld; onderpand: 1) Jan Heyndricsz: een stuk land groot 3 morgen min een honderd, genaamd Gheryt Nannen Ven, dat hij zelf gecoft heeft voor 800 Kar gld, gelegen in de ban van Castricum, west: Jacob Gerritsz, noord: die gemene wateringe, oost: Jacob Jansz, zuid: die gemene wech, 2) Pancras Symonsz een acker saedlants gelegen op Gheryt Verhoockx werf, groot één geers, belend oost: Sloskert, west: die H. Geest te Castricum, zuid: Pancras Symonsz, noord: die gemene wech, 3) Claes Jansz twee ackeren zaedlant, groot 1 geers, genaemt Gheryt van Hoockx werf, ook gelegen in de ban van Castricum, belend zuid: die nauwe wech, noord: Claes Jansz voors, west: Maerten Huygen, oost: Jasper Gerytsz
Otto Jansz, schout (met zijn zegel), Jasper Gerritsz en Willem Jacobsz, schepenen