1576-05-26 |
R.A.H. Coll Aanw 139 Caput Amstelland fol 9v
Jaartallenindex
akte van den leenhove van Holland tbv Elisabeth Baerntsdochter: Alsoo die erfgenamen, successeurs of nacomelingen van wijlen Claes Geryt Deymans ende zijn zoon Jan Claesz Bout, den stadhouder van den leenhove te kennen gegeven hebben, hoewel dat weleer in levenden lyve geweest is een Symon Sael, die welcke (als die supplianten seer onlancx verstaan hebben) van de grafelijkheid van Holland ten rechten leen gehouden hadde 16 morgen land, gelegen bij der Ouder Amstel tusschen des Banckersmeer ende der Amstel, geheeten Poortersweyde mit 2 hofsteden daertoe behorende, ende dat de voors. Symon Sael anno 1388 van hertog Albrecht het voors. leengoed ten vrijen eigen ontvangen had, sedert had hij dit leen als eigen goed bezeten. In het jaar 1397 had hij de helft van dit leen, zijnde 7½ morgen land met een hofstede en tuin geheten "die noordzyde van Poortersweide" weer opgedragen en tot een onversterfelijk erfleen ontvangen, zoals tot nu toe. De andere helft, vrij eigen gebleven, kwam aan het Regulierenconvent buiten Amsterdam als vrij eigen. In het jaar 1521 had de prior van dit convent deze helft verkocht aan Claes Gerytsz Deymans als leen en voor leenmannen opgedragen. Claes betaalde met seeckere oude pachtbrieven van 1 nobel, van 4 Eng, van 2 Gelrese gld en van 3¼ Wilh sc sjaars, staende resp. op zeker lynbaenshuis binnen Amsterdam. De opbrengst van dit leen bedroeg toen 10 Kar gld sjaars. Bij de nieuwe aanbreng van de lenen in 1517 en 1518 was het door de toenmalige griffier van de lenen, Cornelis Barthouds, als een recht leen ingeschreven, zonder dat Claes dit bemerkte. Supplianten verzoeken nu het leen wel te belenen tot een onversterfelijk erfleen. De Rekenkamer stemt ermee in dat ook deze z.z. van de Poortersweide voortaan weer tot een onversterfelijk erfleen gehouden zal worden (vgl 1576-06-16)
mr Cornelis Suijs, here van Ryswijk, stadhouder van de lenen, jhr Hendrick Heermael, mr Reinier van der Duyn, mr Godefroy van Moesyenbroeck, mr Cornelis de Jonge, Raden van den leenhove