1541-05-06 |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 22v/Leenregister Brederode fol 17v
Jaartallenindex

Reynoult van Brederode oorkondt dat voor zijn baljuw en rentmeester van Brederode Gherijt van Sparnwoude, gecompareerd is Gijsbrecht van Wyngaerden als gemachtigde van zijn broeder mr Jan van Wyngaerden, doctoor in de rechten, canonick tot Ludick, en hem heeft opgedragen tbv Gherijt Cornelisz, poorter tot Amsterdam, het huijs ende die hofstede ter Does, metten hof en cingel, met 11 ½ morgen lants, streckende van den Ryndyk te velde waert, belend oost: juffr. Adriane van der Does, weduwe Jan van Lochorst, west: de Ryndyk, zuid: die lantkade mit Jan van Alckemade Franckenzoon, noord: die Doeserwateringe, en dat hij vervolgens Gherijt Cornelisz hiermede heeft beleend tot een goed erfleen (volgt op fol 23v de Latijnse procuratie, vgl 1541-04-23)

getuigen: Joost van Brederode, bastaard, Ysbrand van Spaernwoude, mannen van Brederode, Joost van den Werve, leenman van Holland