1547-08-22 |

Cartul Assumburg no 209/Arch Marquette 1106
Jaartallenindex

daar er zekere kwestien en geschillen gerezen zijn tusschen heere Geryt heere van Assendelft etc, die van de Keiz. Maj. in pacht heeft die helft van de visscherie van een weteringe genoempt de Twisch, scheydende die heerlicheyden van Assendelft ende van Wessanen, waarvan de wederhelft van deze visscherij eveneens den heer van Assendelft toebehoort, eenerzijds, ende die van den dorpe van Westsanen ter andere zijde, opt leggen van een sluysken van 5 voeten uijt dat die selve van Westsanen in meeninge waeren te leggen in hueren dyck een luttel westwaerts op van der voorn. weteringe, ende van t sluysken van den heere van Assendelft leggende tegens die selve weteringe, twelck die here van Assendelft sustineerde te wesen in prejuditie van zijn sluysken ende visscherij van den weteringe van den Twisch ende die pacht van de visscherij. Bij tusschenspreken van Adriaen Stalpart, rentmeester van Kennemerland, wordt tusschen den heer van Assendelft en Gerryt Jansz, Claes Claes Aertsz en Symon Jacobsz, nu ter tijt schepenen van Westsanen, met Willem Symonsz, oudt schepen aldaer, als daer toe bij die van Westsanen gedeputeerd, een overeenkomst getroffen, n.l. dat de heer van Assendelft volgens de pacht van de ½ visscherij van de Twisch leggen zal in den dyck jegens die selve Twisch zijn vischsluysken van Nouwernae, en dat hij de Twisch zal bevisschen benevens dit sluisken, en dat die van Westsamen in hun dijk een sluisje van ongeveer 5 voet zullen mogen leggen, ongeveer bij het huis van Willem Dircsz, ter lozing van het water, echter daar noch in de wetering zullen mogen visschen

bezegeld door heer Gerijt en door Pieter Hugesz, schout