1549-05-25 |
G.A.Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 89v
Jaartallenindex
Frans Fredericksz, schout in den ban van Warmenhuijsen, oorkondt dat Aelbrecht Claesz, secretaris der stad Haerlem, als gevolmachtigde van mr Dirrick Dirricksz Bram, priester, wonende te Haerlem (volmacht 1549-05-15), die wij gesien en gelesen hebben 14 [sic] Mei l.l, heeft overgedragen aan de H. Geest te Haerlem, het land door hem bezeten te Warmenhuijsen, nu gebruikt door Louwerens Feckesz kinderen. Te weten eerst int Zuijder crom van de oude wal ofte wech twee gheersen 8 sneesen en ½, belend noord: Dirrick Jan Nanes, west: Jan Meijntsz, oost en zuid: de voors. wech, ende is weijtlant. Item een ghers weytlants belend zuid: Dirrick Jan Nanes, west: Catrijn Louwerens, noord: Pieter Louwerens, oost die voors. wech. Item een acker zaetlants op Stringhen [Scringhen ?], groot 10 snesen, belend noord: Cornelis Cornelisz, west: Jan Harkesz, oost: Claes Michielsz, zuid: t lant toebehoorende eenighe personen op Langhedijck. Item aen de z.o.horn van Warmenhuyser kerckmeer een stucke weijtlants groot 4 geersen, belend noord: Thonis Gherritsz, west: Frans Luijtgensz, oost: Katrijn Dirricks erfgenamen, alle die voors. partyen en stucken lants gerekent op te grote van den Molenboeck
Zybrant Jansz en Adriaen Harcksz, schepenen