1550-08-13 |

Inv Arch Abdij Egmond no 232
Jaartallenindex

schout, burgemeesters, schepenen en Raad van Amsterdam oorkonden dat mr Peter Wollebrantsz, priester, secretaris van den abt van Egmond, met zijn voogd mr Martyn Jansz, doctor in medicinen, verklaard heeft dat de abt van Egmond voor hem geconstitueerd heeft een jaarlijksche lijfpensie van 39 ducaten sjaers ten lijve van mr Adriaen Carlier, canonick in den palaijse van der Hughe [?], en de dat vuyt zake van der resignatie bij hem gedaen van zijn canoniciaat ende prebende voors, staende tot collatie van de Keys. Maj, ten profyte ende in faveure van hem comparant. Comparant begeert vervolgens den abt van deze lyfpensie schadeloos te houden en te ontheffen. Hij verhypothekeert hiervoor zijn twee huijsen mit een camer ende horen erven, staende bij de Cellezusters op den Burchwal binnen deser stede, daer lenden of zijn, zuid: die cellezusters, noord: een houttuyn, west: den burchwal, oost: een leijen huijs. Mit noch een huijs ende erve staende in St Annenstraet, daer Oburch de schorteldoeck veroster an die oostzijde naest gelegen is