1551-10-23 (1) |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 603-616
Jaartallenindex
huwelijksvoorwaarden tussen jhr Otto van Assendelft soon heren Floris van Assendelft, here van Goudriaen, ridder, en jvr Johanna van Cruijningen, wettige dochter van wijlen jhr Joost here van Cruijningen, Heenvliet, Steenkerck en Haserswoude. Jhr Otto brengt ten huwelijk: 1) de heerlicheyt van Oude Goudriaen, met hoge, middel en lage jurisdictie, tienden, cynsen, collatie van de cure pastorael, naecoopen, swaendriften, leen van Arkel, onversterfelijk erfleen; 2) de heerlicheyt van nieuwe Goudriaen, met hoge, middel en lage jursidictie, tienden, cynsen, swaendriften, nacopen, leen van Holland; 3) 42 morgen, leen als voren, in Oude- en Nieuwe Gudriaen, met renten daarp, jaarlijks waardig 350 Kar gld; 4) ¾ van de tienden van Heycoop in den lande van Vianen, waarvan ¼ toebehoort aan de erfgenamen van de vrouwe van Moerkerken, jaarlijks waardig 140 Kar gld; 5) de ambachtsheerlijkheden des lands van de Leck, als van den dorpe van Streefkerk, nieuwe Leckerland, Brantwijc, Gybeland en Bleskensgraaf, met ⅓ v.d. boeten, crim. en civiel, met giften van kerken, coren-, smal- en henniptienden, opslaghen, nacoopen, swaendriften, met 57 morgen land in Strevelant en 5½ morgen in Nieu Leckerlant, tesamen waardig 450 Kar gld sjaars; 6) de ambachtsheerlicheyt van Heynrick Ydenambacht met ⅓ v.d. boeten, crim. en civiel, swaendriften, collatie van de cure pastoraal en zekere capoenen, metten boomgaert etc, utergorssen, grienten, cooren- en smaltienden, jaerlicx waerdich meer dan 200 Kar gld; 7) die hoeve gelegen aen de hoffstede van Kyffhoeck, ende is groot 49 morgen, jaerlicx geldende 313 Kar gld; 8) de ambachtsheerlijkheid van heer Oudelantsambacht, met ⅓ van alle boeten en breuken, crimineel en civiel, gifte van de cure pastorael, swaendriften, uterdyck en anders, jaerlycs waardig 100 Kar gld; 9) ⅓ deel van de ambachtsheerlijkheid van Kyffhoeck mette gifte van de kerke alternatis vicibus, met swaendriften, utergorsen, tienden etc, jaerlix waerdich 42 Kar gld; 10) 28½ morgen in die Hoghe Nesse in Swijndrecht met des heren van Goudriaens gedeelte van de thiende, jaerlix 150 Kar gld; 11) 5½ morgen in Corte Nieuwelant in den lande van Arkel, jaerlicx gelddende 17½ Kar gld; 12) 3 campen lants in Hoicklem, gelden 22 Kar gld sjaars; 13) een losrente den penninck 16 gehypothequeert op de heerlicheyt van Hoicklem, van 125 Kar gld sjaars; 14) noch heeft de heere van Goudriaen in Heijcoop in den lande van Vianen gemeen met de heere van Hoicklem ende met die joffrouwe van Asperen, een landtrente van 120 Kar gld, daer zijn portie off beloopt jaerlix 40 Kar gld; 15) die erfpacht die de grontheeren van Charlois jaerlicx schuldich sijn en de Keijser losssen mach den penning 16, 75 Kar gld; 16) een losrente gehypothequeert op de tolle van der Goude, die de rentmeester van N.H. jaerlicx uitreikt, 30 Kar gld