1553-10-07 |
R.A.H. Coll Aanw 517 fol 355v-361v/Egmond D
Jaartallenindex
notarieel testament van Jan van Ruijven Willemsz, wonende nu ter tijt buijten Beverwyck, en zijn huisvrouw juffr. Magdalena Jan van Foreestendochter, octrooi van 1555-08-22. De langstlevende zal blijven bezitten de inboedel, huisraad, zilverwerk, cleynoden, juwelen, en ½ van de goederen. Jan van Ruyven maakt verder tot zijn erfgenamen zijn kind of kinderen, indien hij enige krijgt, en bij gebreke van dien, zijn moeder Judith van Solmes, en bij haar evt vooroverlijden zijn zuster Anna van Ruijven Willemsdochter, onder voorwaarde dat zij aan haar zusters Johanna van Ruyven Willemsdochter, geprofest conventuale te St Mariendale buiten Utrecht, en Cornelia van Ruyven Willemsdochter, geprofeste conventuale ten Vrouwenklooster buiten Utrecht, elk 12 Kar gld sjaars tot hun dood zal uitkeren, en verder aan Anna, Willem van Ruyvens natuerlijke dochter, zuster van de testateur, 50 gld sjaars. Magdalena van Foreest institueert eveneens haar evt kinderen tot erfgenamen, en bij gebreke van dien haar ouders Jan van Foreest en juffr. Maria van Heukesloot, en bij hun vooroverlijden haar zuster Cornelia Jansdochter van Foreest. Gedaan binnen der stede van Amsterdam ten woonhuyze van Jacob Cornelisz, schout van Amsterveen ende talman der voors. stede. Ego Petrus Ulortsz opidi Amstelredam secretarius nec non publicus sacri imperiali auctoriate notarius (vgl 1557-06-25, 1557-04-03)
getuigen: Claes Jansz Pelser, Henrick Jansz, poorters van Amsterdam