1554-03-11 (1553) |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 66/Leenregister Brederode fol 46v
Jaartallenindex
Reynoult van Brederode oorkondt dat Jan Oom van Wyngaarden als man en wettelijke voogd van Catrijn van Zijl, hem opdroeg tbv Willem Dircsz Noet van Bodegraven 3 morgen land in Bodegraven, an die noordzijde van den Ryn op die Westerendyck, belend oost: Johan Claesz mit een erfpacht toekomende de heren van St Pieter te Utrecht, zuidwest: Johan Pietersz mit erve ende mit eygen. Willem wordt er vervolgens mede beleend tot een onversterfelijk erfleen, behoudelyk Swaenken Albrechtsdochter, des voors. Willems jegenwoordige huisvrouw, haar lijftocht hieraan, alsoe tselve leen uijten gemeenen boedel gecoft is (vgl 1562-12-07)
getuigen: Cornelis Stalpert v.d. Wiele, rentmeester generaal van Kennemerland, Jan van Schoten, leenmannen van Holland