1555-1557 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 671
Jaartallenindex
Adriaen Jansz Bruyn, inwoner van Maasland, contra Jan Vos Claesz, procureur bij het Hof van Holland. Jan Vos Claesz had van Robbrecht graaf v.d. Marck als heer van Naaldwyk 3 morgen land, genaamd "de Berckwerff", in leen. Op 1534-01-10 (1533) doet Joost Vos Gerritsz de eed voor Jan Vos, daar hij nog onmondig is. Op 1553-06-30 legt Jan Vos Claesz zelf de eed af. Vranck van der Houff Vriesenz had dit leen op 1533-07-16 verkocht aan Claes Aertsz, vader van Jan Vos Claesz, als leen van Naaldwijk. Thonis van Dam, de tweede echtgenoot van Lysbeth Jansdochter was toen pachter van het land. Op 1533-10-15 had Joost Gerritsz echter als voogd van de toen nog minderjarige Jan Vos Claesz, het land in erfpacht gegeven aan Thonis van Dam voorn. Pas op 1534-01-10 had Jan Vos Claesz de officiƫle leenakte verkregen. Adriaen Jansz Bruyn beweerde dat hij de rechtsopvolger was in de erfpacht van Thonis van Dam. Deze was namelijk gehuwd met Lysbeth Jansdochter; na haar overlijden zou het leen geerfd zijn [bedoeld is: de erfpacht] door Griete Pietersdochter, oudste dochter uit Lysbeth's huwelijk met Pieter Vranckesz, en gehuwd met Adriaen Jansz Bruyn. Adriaen beweerde later nog dat Lysbeth Jansdochter en haar man het land verkocht hadden aan de vader van Jan Vos Claesz en zich bij deze verkoop de erfpacht hadden voorbehouden. Op de stelling van verweerder dat de uitgifte in erfpacht ongeldig was, omdat hij toen nog minderjarig was, antwoordde Adriaen dat Claes Aertsz het land in erfpacht had gegeven, maar hierbij de naam van Jan Vos Claesz in de akte had laten opnemen. Jan Vos daagde Adriaen Bruijn voor het Hof en eiste ontruiming. Vonnis in nadeel van Adriaen, die toen in appel ging (vgl 1524-04-08, 1531-02-21, 1533-07-16, 1533-10-15, 1534-01-10, 1533-10-11, 1555-03-28)
1533-07-16: leenmannen voor Robbrecht graaf v.d. Marck, heer van Naaldwyk: Philips Nachtegael Philipsz, Willem van Rinevelt; 1553-06-30: Fop Willem Havicksz, stadhouder en man van leen, Jacob Joostenz Hoijnckesloet, Willem van Rinevelt, leenmannen