1559-01-30 (1558) | Overveen
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv 38/1 no 72
Jaartallenindex
leenmannen van de grafelijkheid van Holland en schepenen van Haerlem oorkonden dat de getydemeesters van de 7 getyden in de parochiekerk te Haarlem eener- en de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis aldaar, ter andere zijde, gelieden dat zij een ruiling aangegaan hebben, te weten van zes twee en twintgste deelen die het voor. gasthuis toekomen in een hofstede mitten huisinge ende lande genaempt Poppingenhem, groot omtrent 15 maden, gelegen tot Uytgeest bij den nyeuwendam, gebruyct bij eenen Florys Gerytsz, gemeen metten voors. getyden, die daerinne hebben 5 twee en twintigsten deelen. Ende de ½ van een stuck lants genaempt de Kijffcamp, groot 3 morgen in het geheel, gelegen in den ban van Overveen bij de Delft, den voors. getijden competerende, daeraf t voorscr. gasthuijs de wederhelft toekomt ende wort gebruijct bij Cornelia Phillipsdochter. De getyden ontvangen nu in eigendom de 6/22 deelen die het gasthuis bezat in de hofstede Poppingehem, waarvan de getijden reeds 5/22 in bezit hadden. Het gasthuis ontvangt ½ van de voorn. Kyffcamp, waarvan de andere helft reeds aan het gasthuis toekomt. En bovendien nog in contant geld 150 Kar gld
Qurijn Dircsz en Geryt van Ravensberge, leenmannen; Joost van Hillegom en Adriaen Willemsz, schepenen; bezegeld 1558-01-30 stilo curiae. Get. Borrijts