1514-04-08 |

A.R.A. 488 no 189/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex

heer Jacop van Domborch, ridder, als man en voogd van vrouwe Agniese van den Werfve, zuster van wijlen Lodewijck van den Werfve, houren broeder, impetrant in cas van maintenu, contra jouffrouwe Jacobmyne van Wissenkerke, weduwe van den voirs Lodewyck van den Werfve, gedaichde, roerende zekere provisie bij beyde die voirs. partyen voersocht omme te hebben die recreantie van die hoffstede van den Werfve, mit 160 marghen landts, gehouden te leen van onssen gen. H. als grave van Hollandt, daer questie omme is. Het Hof wijst die recreantie van huis en hofstede toe aan den impetrant, om die te gebruiken en de emolumenten op te kuren en te ontvangen gedurende het proces, tegen suffisante cautie [In 1513 reeds een stuk over deze zaak in ditzelfde deel. Heer Jacob nogmaals in een andere zaak dd 1514-07-31 (no 488 afd 2 no 65)]