1514-04-10 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc p 50v
Jaartallenindex
Max. en Karel belenen heren Jacob Enghebrechtsz, abt van St Michielsklooster binnen Antwerpen, met: 1) ¼ deel van de heerlijkheid van Middelharnisse in hoge, middelbare en lage gerechten, met tienden, chynsen, maelry, visserij, vogelry, veeren etc. Mitsgaders ¼ deel van t vierde gemet Vroonlandt, dat in t uytgeven van t bedycken van de voors. Middelharnisse vrij gehouden is. Tot een onversterfelijk erfleen; 2) ¼ deel van ¼ deel van dezelfde heerlijkheid met ¼ deel van ¼ deel van t vierde gemet vroonland; 3) ½ van ¼ deel van dezelfde heerlijkheid. Deze twee leste percelen tesamen te houden tot een onversterfelijk erfleen. Gemerckt dattet altyd een leen is geweest aleer dat verkregen wert aen den voors. clooster, staende op eenen genoemd Willem Pieter Mannenz ende op syne mededeelres. Tot sterfman, die de leeneed doet, wordt door de abt gesteld Cornelis van Wingaerden Willemsz
praesent: Franchois Hoochstraet, Pieter Plumion, Reynier Willemsz