1514 |
Kroniek Hist Gen jg 1853 p 475-478/Rek Schutmeesters Utrecht
Jaartallenindex
rekening van de schutmeesters der stad Utrecht: Lambert Woutersz, dat hij die overste, out ende nije, laeijen soude doe men die serpetynen proeven soude, 4st. Jacob van Nyevelt dat hij die overste laijen soude, daer men den groten vogelaer proeven soude enden den cleynen Vogelaer, 2st. Jacob van Leeuwen dat ons cruijt in sijn kelre lach. Loeff van Pallaes en Gerrit Claesz gesciet van den Rade om die busse aen die stadtmuer te bringen, elck 1£. Gecoft van Henrick Willemsz scutemaker, 20 pecx gebesicht an die kisten etc. Die nieuwe bus gehaelt van mr Henricks huijs ende voir Pons Lubbertsz huys gebrocht met 3 peerden 3£. Claes Victorsz gegeven van dat hij een dach pylen op die poert brocht. Noch enen dag dat hij Egbert van Groenenberch zijn grote vogelaer en die stadt cleyne vogelaer gescoten heeft 1£ 10sc. Cruijt van Jan Bruijn ontfangen. Henrick Jansz, die mandemaker 36st van cabisen en manden. Het nabescreven buscruyt heb ic ontvangen van Ysbrant Ysbrantsz etc. Noch gegeven Symon Lambertsz tot Amsterdam van serpentinen van hem gecoft 1562£ 10 sc. Item Pons Lubbertsz die serpentinen helpen scieten 1£