1515-11-25 |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 1132
Jaartallenindex
ick mr Joest Matheusz, vicecureijt van St Bavenparochiekercke binnen Haarlem, certificere dat Dirck van Bekesteijn en Gerijt van Warmond als hoogheemraden van Rynland in den cloester ende Goidshuus van St Jans binnen Haerlem die meeste ingelanden onder die parochie van Haerlem gelegen dewelcke doe ter tijt bij huijs waren, navolgende een cedulle bij den rentmeester Willem Bolle uten register geschreven, ende is hemluijden geseyt bij monde van Dirck van Bekesteyn als dat die oude heemraden den here van Dormans verdachtvert hebben ende die nieuwe heemraden intimeert te recht te comen voor de H. Raad tot Mechelen op 7 Dec. e.k., also datter seeckere costen gedaen waren ende noch meer sullen moeten doen indien men de oude [?] heemraden weder soude staen off t waer geschapen dat sij wederomme in hoeren ouden officie souden komen. Beide hoogheemraden moesten buiten staan en werden vervolgens binnen geroepen, waarop mr Joest hun in name van de ingelanden ende meer andere van den ingelanden, die alle tesamen machtich maecken mits desen mynen Ed. Heere van Dormans ende van Vadans, ridder, en camerling alder H.H. rechtelijcke weder te staen de oude heemraden tot costen van de gemene ingelanden, in ende also verre als die ingelanden van Rynland ende van Amsterdame datselfde mede doen oft dede. In kennisse etc heb ick mr Joest t segel van der cure ende parochiekercke voors. hier beneden aengehangen (zegel was nog aanwezig)
ingelanden: Willem here van Hogentwoud, ridder, Henrick van Berckenrode, voor hemzelf als gemachtigde van zijn vader Gerrit van Berckenrode, mr Jan van Schalckwyck, Claes Jansz van Schalcwijck, Claes Pietersz voor hem zelve en in de naam van zijn vader Frans Gerritsz, mr Henrick Albout, Daniel van Alphen, Claes Gerritsz van Houte, Willem van Assendelft, Willem Dircsz van Paenderen, Jan Coy