1516-11-19 |
Kroniek Hist Gen jg 1848 p 180/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
de bisschop van Utrecht bericht aan de Staten aldaar in antwoord op het toegezonden afschrift van den brief van Karel, hertog van Gelder, dd 13 Nov, over de gevangenneming van Marcus Sikz, dat van wege den hertog door den drost der Veluwe Palinck van Scherpenzeel hetzelfde aan hem was medegedeeld geworden, en dat hij daarop naar deze zaak onderzoek heeft laten doen - ook wat betreft de onderzaten van Kuenre, dat hij van hen ten antwoord heeft ontvangen, inhoudende klagte over de gewelddadigheden der Geldersche Friezen, die het aan de Hollandrs ontroofde goed door die stad hebben gevoerd, dat Floris van Egmond, stadhouder van Friesland, om die reden tegen hen in merckelicken onwillen is geraakt, zodat, na het innemen van de Lemmer, Bartolt van Zwoll met eenige ..... ...... (?) in Kuenre geland is en aldaar, op aanwijzing van enige Bourgondische Friezen, met geweld "dat Friesche goet" heeft gezecht (?). Hij zegt dat het niet mogelijk was voer Kuenre, "een apen Vlecke", de handelingen der beide partijen te keren. Op 24 Nov. schrijft de hertog van Gelre aan de Staten van Utrecht dat de stad Zwolle ontkent zijn dienaar Sixt in hechtenis te hebben, doch dar dit feit is geschied en lantkundig is, verzoekt hij diens in vrijheidstelling