1519-03-19 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Vriesland fol 9v
Jaartallenindex

gesien bij de luyden v.d. reeckeninge in den Hage de requeste hemlieden gepresenteert van wege Taems Dircsz, inhoudende hoe dat zijn oudevader genaamd Mertin Jansz van de Kon. Maj. ten erfleen te houden placht 3 ½ deymden lants gelegen in de Cooch in Groot Oosthuysen, die overleden is, achterlatende zijn zoon genoemt Dirc Martsz, zeer jonck, des suppliants voors. vader, welck leen mits de joncheyt en de onnooselheijt van de voors. Dirrick Maertsz aengevaert heeft gehad een Reewaert Jansz als getrout hebbende de suster van des voors. suppliants oudevader, welcke Riewaert, wetende dat hij tselve goet ondeuchdelick ende onrechtvaerdelick besat, dit leen, zonder dat hij ooit zelf ermede beleend geweest was, heeft overgegeven aan eenen Gerrit Albout, die het leen bezeten heeft sedert den jare 1492 of 1493 tot zijn overlijden toe, achterlatende zekere kinderen. In de voors. tijd is ook suppliants vader overleden, achterlatende hem suppliant als zijn erfgenaam. Hij heeft belening gevraagd, doch deze is hem geweigerd daar zijn vader niet beleend was geweest. Ook was het leen niet verzocht door de erven van Gerrit Albout na diens dood. Het leen zou dus wegens wanverzoek aan de grafelijkheid vervallen zijn. Hij suppliant verzoekt nu beleend te worden. Daar nu gebleken is dat Riewaert ook nooit verlij heeft gehad, wordt het leen aan suppliant toegewezen tegen betaling van 12£ van 40 gr Vls t stuck in handen van Crispyn Jansz van Bushuysen, ontvanger v.d. espargne. Gedaen in der camer v.d. reeckeninge in den Hage, ten burele (vgl 1519-03-20)

get. V. Dammas