1519-08-08 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht etc fol 15v
Jaartallenindex

Anna van Herf oorkondt: dat ick voor eenen gecoren voocht gecoren heb Willem van Rossum, mijnen geechten huisheer, in tegenwoordicheit en bywezen van twee goeder leenmannen, alle alsulcke leenen van mynentwege te ontfangen als daar liggende sijn binnen der stad van Utrecht onder die laickensnijders mit thijns ende toebehoren, in alre manieren als hier Johan van Renesse ende van Renouwen en sijn wittachtige huisvrouw sal. ged. myn aldevader ende aldemoeder mij opgedragen hadden nae vermogen, segel ende brief die ick daervan hebbe. Vervolgens geeft Willem van Rossum als gecoren voogd van zijn huisvrouw Anna volmacht aan den eerbaeren ende vromen Anthuenis Kievit, om dit leen voor hem te verheffen (vgl 1519-08-18)

Jan van Rossum heer van Broichuysen ende tot Nyvelt, ende Joost van Haeften, burgemeester der stede van Bommel, leenmannen