1520-10-09 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 316/4 sub P
Jaartallenindex
de magistraat van Haarlem attesteert op verzoek van Willem Benninck te Amsterdam dat Jan Benninck en Kerstant Willemsz gedurende 4 jaar na de dood van Margriete (in 1509) gezamenlijk het door haar nagelaten huis hebben bewoond, als zij daar vertoefden. Bovendien blijkt dat Jan Benninck de aankopen tbv het huis bekostigde in zijn qualiteit als boedelhouder; 1520-06-03: een zelfde verklaring; 1524-10-11: Willem Benninck, zijn broer Jan en zijn zuster Lysbeth geven volmacht op hun procureur, mede namens Jan Benninck en mr Frans van Amsterdam, als opvolger van wijlen Aelbrecht Aerntsz; 1520-1529: proces van hen contra Willem Kerstantsz over de erfenis van Margriet, eerst weduwe van Claes Benninck en daarna van Gerrit Claesz van Westsanen [Claes Benninck x Margriete: Jan Benninck Claesz, stierf tijdens proces, zoon: Willem Jan Lysbeth; Margriet x Gerrit Claesz van Westzanen: Geertruid x Willem Kerstantsz (zoon: Kerstant Willemsz, stierf kinderloos), Ymme, non in t Zijlkooster]