1529-01-05 | Heemskerk

Arch Marquette no 316a; G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 50v
Jaartallenindex

Ysbrant van Schoten, baljuw van Kennemerland, Jan Franckesz van Alcmade, oorkonden dat Frederick Pouwelsz en Pieter Jansz, teenre zijde, ende Doede Ghijsbertsz ende Gheryt Cornelisz vervangende t absentie van Lourys Cornelisz ende Pieter Cornelisz, oemen [?] wijlen die weeskinderen van Ghysbert Cornelisz zaliger gedachten, aen de ander zijde, bekenden ende gelyeden wel veraccordeert ende gedadinct te hebben van alle hoer gheschill ende twist van alsulcke questie als opten dach van huyden ongendendeert is voor den Hove van Holland, die selfde sal hiermede doot ende te niyete wesen, ende dit selfde nae t seggen ende verclaren van arbiters Louwerijs Henricxz, Borrit Pietersz, Ghijsbert Eylertsz, Pieter Allertsz en Rijckaerdt Reijersz, an welcke dieselfde aling en al gebleven wat bij middel van Pieter Jansz vervanger van zijn zwager Frederick Pouwelsz teenre zyde, ende Louwerys Cornelisz en Pieter Cornelisz vervangers van Doede Ghysbrechtsz, als dat Doede voorn met zijn erfgenamen hebben ende gebruiken zal 5 perceelen land in den ban van Heemskerck: 1) die croft daer tselve huys op staet daer Doede voorn. nu ter tijt in woont, 2) die weyde achter an t huys voirs, 3) t Bailluwscampgen, 4) 4½ achtendeel rogsading over die Beyfferdewech, 5) een acker an myn vrou van Assendelft croft, voor den tijd van 15 jaar, en daarna zal hij voorkeur hebben bij verhuring. In dorso: van dat het huys den bruycker toebehoort ende dat zoe wanneer men mit hem van de huyr nyt en can verlycken, dat men hem als dan het huys tot goe mannen seggen betalen sal, waeraf elcx twee nemen sal. Not. Afschrift 1534-12-09 door 5r Lambrecht Jacobsz, residerende tot Harlem, bij den Hove van Hollandt gheadmitteert