1532-10-28 (1) |

Arch Marquette 1106 no 135/Cartul Assumburg
Jaartallenindex

schout en schepenen van Heemskerk oorkonden dat Willem van den Bouckhorst Florisz verkoopt aan heer Gheryt tot Assendelft en Heemskerck, ridder, 1e Raad des keizers etc, de percelen gelegen in den ban van Heemskerk, zijn voorouders aangekomen uit het huis en geslacht van Zwieten, zijnde: 1) ¼ van drie deelen van de Heckmervennen, belend zuidoost: het veer op Vuytgeest, noordoost: de Hecksloot, noordwest: Andries Bollenzoons [Boelen] erfgenamen tot Amsterdam, zuidwest: die tarruweacker mitten hoffstede daer Willem Willemsz althans op woent, ende toe te behoeren plach Jan Vrouckenzoon, die althans in huyerwair gebruyct worden bij den voors. Willem Willemsz ende Symon Claesz, jaerlicx om 43 Kar gld, daer de portie van Willem van der Bouckhorst of beloopt 8 Kar gld 1st en 1 oortgen; 2) ⅛ deel in twee geersen landts in Jan Aertszoons campgen twelck in als groot is zeven geersen, dairof den 5 toebehoeren den kinderen van Wyck tot Utrecht, ende belent hebben die geheelen camp die voors. heere van Assendelft, zuidwest: Vrederics venne, noordwest: die voirs. heere van Assendelft metten Ghier, noordoost: Sebelencamp, zuidoost: dieselve here van Assendelft ende Mergriete Maerten Dircxzoons weduwe tesamen met een stuck landts geheeten die Overmaeden. Welcke 2 geersen gebruyckt worden bij Willem Willemsz en Sijmon Claesz om 2 Kar gld sjaars. Portie van W.v.B. 25 stuvers; 3) ¼ deel van 5 Wilh scilden jaerlixe gaende bij manier van erfpacht vuyt een camp landts genoemt de Riedtcamp, jaerlix beloopende 28 stuivers en een blanck; 4) ⅛ in een madt landts, belend zuidwest: meester Fop tot Haarlem met die Aeckemaeden, oost: die papencamp, noordwest: die Rietcamp met die 2 ackermaeden. Welck madt landts gebruyckt wordt bij Oetger Dircxzoens weduwe met andere landen opt Hoflandt gelegen, jaerlicx om 22½ Kar gld. Portie van W.v.d.B. 2 Kar gld 16st 1 oortje

Jan Cornelisz, schout, Cornelis Willemsz, Dirck Woutersz en Jan Huygez, schepenen; bezegeld door Jan van Schagen heer tot Barenhorn en Jan Cornelisz