1534-05-20 (1) | Heemskerk, Wijk aan Zee

Arch Marquette 1106 no 136/Cartul Assumburg
Jaartallenindex

Gheryt heere tot Assendelft, tot Heemskerk, Cralingen, ridder, Dirck van der Bouckhorst als gemachtigde van zijn broer Ghijsbrecht van der Bouckhorst en Gheryt Heerman als gemachtigde van zijn schoonvader Ghijsbrecht van Zwieten en van Lutgert van Zwieten weduwe van Gheryt van Schoeten, verdelen hun gemeenschappelijk toebehorende landen gelegen in de bannen van Heemskerk en Wyk op Zee, nadat Dirk Arys Boelenszoon, procurator v.d. Regulieren van Beverwyk, Aernt Willem Phillipsz, Cornelis Willem Boerritsz en Willem Willemsz deze landen in gelijke kavels hebben verdeeld, waarbij toevalt 1) aan den heer van Assendelft de percelen onder Heemskerk: a) die croft gelegen zuytoostwert van den croft van de voorsz. heere van Assendelft, groot ± negen achtendeel rogsadinge, een weyde zuytoostwert v.d. selver croft, gelegen achter dat huys dat Cornelis Heynricsz althans bewoent, groot ± enen geers. Een stucke lants geheten die Mersch, gelegen zuidoostwert van Vredericsvenne, groot ± 5 geers. Twee geersen in Jan Aertsz campgen, sulcxs als nu gebruyct worden bij den voorsz. Willam Willamsz; b) 2 hoven gelegen zuidoostwert van Trijn Gerbranshove tussen die Hollebeeck ende die Wendeacker, houdende ± zes achtendeel rogsadinge ende belend zuidwest: Willem van Ruyven, noordoost: de voorn. Trijn Gerbrants. Een halve hove houdende ± ¾ rogsadinge gemeen met Willem Arysz. Een acker an Bouwen Willemszoons croft, houdende ± ¾ rogsadingen belend zuidwest: die Kerkwech, noordwest en noordoost: Bouwen Willemsz; c) noch een cleyn strengetgen, houdende ± een halve achtendeel rogsadinge tussen die Wyckwech ende die Kerckwech, ende belend noordoost: die pastoer van Heemskerk, zuidoost: die aelmisacker, die Allert Gherytsz benoecht