1500-06-14 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 93v I, fol 95 I, fol 96 I
Jaartallenindex

Philips beleent Willem van Tuyl na dode van zyn nichte vrouwe Johanna van Sairs, in haar leven huisvrouw van heer Gerrit van Harchies, ridder, heer van Bellengies, met de lenen zoals vrouwe Johanna en haar vader Jan van Sairs, die gehouden hebben: 1) dat slot ende huys van Liesvelt mitter hofstede daar t op staat, ende die landen daartoe behorende, met 6 morgen daeraen gelegen, in Ghelkenisse. Tot een erfleen, 2) die heerlijkheid, hoge ende lage van half die stede van der Nyenpoort, daer die wederhelft of toebehoort die leenvolger van joncker Wesselis v.d. Bootselaer, tot een erfleen, 3) die heerlycheden, hoge en lage van Ammers Gravelant, van Gelckenisse en van den Achterlande, mit bannen, boeten, thynsen en ⅔ van de thienden die daarinne vallen. Tot een erfleen. Eodem die draagt Willem van Tuyl voors. deze lenen over tbv zijn nichte vrouwe Gillis van der Lecke, huisvrouw van heer Philips van den Spaengen, waarna vrouwe Gillis hiermede beleend wordt. Haar man heer Philips doet de eed voor haar. Edodem die consenteert Gysbrecht van Tuyl Willemsz in de opdracht op heden door zijn vader gedaan. Hij renuncieert van al zijn rechten op deze overgedragen lenen (Arkel)

present: heer Claes van Assendelft, Pieter Pluymion, Dirck van Boneem, Crispyn Jansz, cleene Jan Bruin