1502-03-10 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 190v, 191
Jaartallenindex

wij Johan heere van Montfoorde, van Naaldwyk, van Purmereynde, van den Capelle, rijksgraaf, maarschalk van Holland, om sonderlingen gonsten die wij dragen tot onsen getrouwen rentmeester Hendrick Jan van onsen goeden, die wij hebben leggende in t Noortholland, gonnen en geven mit desen onsen brieven onse mae werve mitter laan, groot wesende 11 hont lants, gelegen omtrent dat Cartusersclooster buiten Delft, in een erfpacht, tegen ½ £ sjaars. De rentmeester stelt tot onderpand 1£ gr sjaars erfelijke rente in Maasland op 5 morgen lands, belend west: die Maasdyk, oost: die middelwateringe. Ende leijt gemeen mit Machtelt Gerrit Colensoonsweduwe, en gemeen met Cornelis Hugenz, daer sijn huijs lange boomten nu ter tijt op staan. Op 1503-10-18 confirmeert Philips bovenstaande brief daar dit erfpachtgoed in leen gehouden wordt van Holland door de voors. van Montfoort als momboir van zijn huisvrouw vrouwe Willeme van Naaldwyk