1502-07-19 |

Grote Raad Mechelen ? (geen bron genoteerd)
Jaartallenindex

Margaretha van York, douairiere van Bourgondië, vrouwe van den Briel en Voorne, contra Philips Ruijchrock van den Werve, weduwe en erfgenamen van Willem Ruychrock, Willem Oom van Wyngaerden, Godschalk Oom, Jacop van Wyngaerden, weduwe van Pieter Suys en Alard Suys. Eiseres had van haar man [Karel de Stoute] den Briel en Voorne als douairie gekregen. Op de heerlijkheden onder [!] Grijsoord en die Tonge, waarvan verweerders ambachtsheren waren, rustte een erfelijke rente van 173 nobelen. De rente was tot dan toe betaald in andere munt tot een waarde van 112 gr de nobel. Eisers had onlangs ontdekt dat zij recht had gehad op betaling in gouden Engelse nobels (van 4½ sterling), tot een waarde van 150 groten. Zij eist nu aanvullende betaling, zich beroepend op vroegere onbekendheid met de juiste formuleringen van de rentebrief. Verweerders stellen dat de gedane betalingen steeds waren geaccepteerd, en dat ten gevolge van de revaluatie [!] van 1489 en 1491 eigenlijk meer hadden betaald dan zij schuldig waren. Met o.a. mandament dd 1602-07-19 te Mechelen van Philips de Schone om aan verweerders op te dragen het door eisers gevorderde te accepteren