1503-03-07 (1502) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 105v, 106v
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Margrieta Jan Heymanszdochter met haar man en voogd Jan Goessensz hem opdroeg tbv Jacob Aertsz een weer lants, groot ½ hoeve, ende is dat oosterste weer van den selven hoeve mitter waterkeringe, gelegen beneden Haerstrecht. Ende dat ander weer van der selver hoeve, genaamd "dat Westersche weer" is op huiden beleend aan Jacob Dirksz. En dat hij Jacob Aertsz hiermede heeft beleend. Leen van Arkel, tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een pont goets gelts. Eodem die beleent Philips, na opdracht als voren, Jacob Dirksz met een weer lands, groot ½ hoeve, ende is dat westersche weer van denselven hoeve, gelegen beneden Haestrecht. Ende dat ander weer van derselver hoeve, genoemt dat Oostersche weer hebben wij bij opdracht als voren beleend op Jacob Aertsz. Leen van Arckel
present: Claes Jansz van Vorenbroeck, Dirck van Boneem, cleene Jan Bruyn