1503-08-10 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Arkel, Putten fol 4 resp. 9
Jaartallenindex
Philips Ruychrock van den Werve, Raad van de aartshertog, oorkondt dat hij na rijp beraad, en krachts octrooi dd 1481-09-15 [er staat: 1581] om over zijn onversterfelijke lenen te disponeren. Op grond hiervan geeft aan zijn neve Joost, oudste zoon van zijn dochter Marie, gewonnen bij haar man wijlen Joris die bastert van Brederode, alsulck onversterfelijk leengoed als hierna beschreven staat: 1) ⅓ deel van ¼ deel en 1/16e deel van de heerlijkheden, hoog, middel en lage van der Middelharnische, genaemt St Michiels in Putte. Joost en zijn successeurs mogen het goed niet belasten noch verkopen. Philips bezegelt en ondertekent deze uiterste wil (vgl 1507-02-15)
medebezegeld door heer Jacob van Borselen, ridder, en Joost van Borselen, heer tot Schagen, leenmannen