1504-09-19 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Heusden, Altena fol 2v, fol 3-5
Jaartallenindex
compareert voor aartshertog Philips Heer Jacob grave tot Hoorne, heer tot Altena en heeft met zijn vrye en eigen wille, en op alsulke conditie als seecker contract ende verscrevinge gemaeckt tussen edelen ende welgeboren joncheren Jacoppen jonckgrave tot Hoirne, ter eender- ende Everaerden van der Marck here tot Arenberch etc, ter andere zijde, dd 1504-09-01, ende beteijckent overmits handteyckenen hogeboeren fürsten heren Johan van Hoerne, heren Jacoppen graven tot Hoerne voors, beyden den voorgenoemden jonkeren heeren Cornelis van Berghen ende Richaerden Meriode dat breder begrypt ende uytwyst overgegeven ende opgedragen in handen mijns allergenadichsten heeren Eersthertogen voors. dat land van Altena met allen synen toebehoren gelyck hij dat nu in leen houdende is, ten behoeve des jonckgreven syns soons voorscr en dat laatstgenoemde vervolgens met dit leen beleend is. Actum tot 's Hertogenbosch. Maximiliaan bericht aan den eersten onsen deurwaarder of sergeant van wapenen "dat onse harde lieve en getrouwe neve, ridder van onser ordene van den Gulden Vlies heer Jacob jonckgrave van Hoorne vertoond heeft hoe zijn vader den 19e Sept 1504 hem volgens accoord gemaakt op 1 Sept met mr Everard v.d. Marck grave van Arenberch, had overgegeven het land van Altena en dat hij hiermede beleend was, doch de leenacte was niet ingeschreven". Hij wordt alsnog hiertoe toegelaten, 1509-04-30 te Mechelen
hier waren over: heer Cornelis van Bergen here tot Zevenbergen, jhr Floris van Egmont here tot St Martynsdyck, Lambrecht Millinck, leenamnnen van Holland, my present: Haneton