1505-11-03 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 48v
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat hem van wege onse lieve en getrouwe ridder en camerling de heer van Montfoort vertoont is ende te kennen gegeven hoe dat hem toebehoort een quaet leen gelegen binnen de heerlicheijt van Montfoort gehouden van de grafelijkheid van Holland, hem bestrecken in drie buyrschappen geheten Heijkendorp, lange Linschote ende de Wert, ende voert palende aen Oudewater, Woerden en Montfoort, welk leen van sulker nature is, dat het op dochteren niet succederen mag. Daar de heer van Montfoort geen zoons heeft, heeft hij, daar het leen van geringe waarde is (4 of 5 gld sjaars), het leen voortaan op zoons of dochters te doen succederen. Uit sonderlinge gratie, en om dienst wille die de heer van Montfoort hem gedaan heeft en nog doen zal, voldoet hij aan dit verzoek. Gegeven in onser stad van Brussel. Met nog een verklaring in het Frans, getekend: G. de Croij (vgl 1522-08-22)
geteykent: Ghy die heere van Chiernes, hoofd en gouverneur, heer Jeronimus Lauweryn, ridder, thesaurier generaal van de Financien