1505-11-28 |

R.A.H. Coll Aanw 422 fol 515v-521v/Mem Sandelyn fol 244
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove van Hollant Thiman van Waveren an d'een side, en mr Philips Vranckenz als gemachtigde van Jan van Zwieten, krachtens procuratie dd 1505-11-26, ter andere zijde. Thiman verkocht aan Jan alsulcke huijsinge als hij nu ter tijt bewoont ende getimmert is bij Jan van Rietvelt, staende tot Hillegom, met al het land dat Jan van Rietvelt daarbij bezat. Onder de volgende condiciën. de opdracht door Thiman aan Jan zal geschieden voor den Leenhove. Jan van Zwieten neemt tot zijn last de erfhuur die op het land staat. "Ende alsoe hier voertyts een huijsinge met 1½ hont lants daer aen liggende, gestaen heeft aen den Heerwech ende geheten is "Backerscrocht" welke huysinge mitten lande Jan van Ryetvelt gecocht heeft van Geryt Dircsz, schout van der Vennep, ende dat om die gelegentheijt wille van sijn huijsinge daer nu ter tijt die graft of gemaict is. Welck huys met dat land gecoft is geweest met een belasting van 2 gouden Wilh. schilden sjaars, daervan Tyman zijn brieven van verbande of gegeven heeft Geryt Jan Huijssersz". Voorwaarde is nu dat Jan van Zwieten deze pacht voortaan aan Geryt Jan Huijssersz zal betalen. De koopsom bedraagt 1300 R gld in gereed geld of Tyman zal dit erop laten staan tegen den penn. 16. Jan van Zwieten zal deze som dan mogen lossen in 2 termijnen, "behoudelicken dat nae die dood van Jan van Zwieten en zijn huisvr. zal Thyman van Waveren ende zijn huisvrouw ende die oudste zoon levende van Thyman van Waveren genoemt Willem dese huijsinge wederom mogen lossen tegen betaling van 1300 R gld aan de erfg. van Jan van Zwieten". Nieuwbouw of verbeteringen zullen dan vergoed moeten worden. Tyman zal het huis mogen blijven bewonen zolang Jan van Zwieten het niet opeist. Doet hij dit dan moet hij dit een jaar te voren aankondigen. "Noch zoe zijn t voerwaerden alzoe Thyman van Waveren hier voirtijts gecoft heeft van Meynaert Jacobsz en zijn zuster, een huys en erve gaende van die stalling tot teynden an die croft, tot over de graft toe ende gaende tot Huyge van Houten land toe. Welk land zo groot en vierkant is als het daer leyt, zoe zal Jan van Zwieten hem wederomme geven ende afpalen zal zoe groot en veel lants als goede mannen duncen dat Jan toebehoort ende zoveel als hij van Tyman ontvangen heeft. Voort ist voorwaarde dat Thyman hebben en behouden zal die watermolen met dat huijssien daerover getimmert, ende doen hiermede zijn vrije wille, die de voors. Tyman zelve daer heeft doen maken ende setten mit die paerden te malen. Jan van Zwieten zal voorts hebben en behouden die bedsteden en bancken in den voors. huijze". Bij lossing door Tyman of zijn zoon Willem van Waveren zal hij ook deze bedsteden en bancken terugontvangen. Verder zal Thyman hebben en behouden een notwech door Jan van Zwietens lant. Jan van Zwieten zal voorts ook hebben t bacchuys. Al deze voorwaarden te onderhouden op een boete van 1000 cronen. Het Hof condemneert partijen in de nakoming van dit contract. In dorso stond dat op 1518-10-13 heer Willem van Alkemade, ridder, als voogd van Jan van Zwieten op deze brief 650£ betaald heeft. Van welke helft Thyman van Waveren quitancie gegeven heeft. Op 1518-12-01 heeft heer Willem van Alkemade, ridder, op deze brief betaelt 650£, waarmede de schuld aan Tyman ten volle voldaan is [Jan van Rietveld timmerde een huysinge te Hillegom en verkocht dat aan Tyman, die het nu verkoopt aan Jan van Swieten. Jan van Rietvelt kocht ook de Backerscroft, waarop voortyts een huysinge met 1½ hont stond en voegde dit bij de voirs. huizing]