1506-03-05 (1505) |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Sticht, Heusden fol 4v, 5
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat heer Wouter Jan Woutersz, priester, met Ywen Heindricxz, zijn gecoren voogd in deser zake, heeft opgedragen tbv Heindrick Mertssien [opschrift: Martijnsz] 3 ½ hont land gelegen in de ban van Outhuesden, aen d'een side: die oude Mase, aen d'ander side: Lysbeth Jan Adriaensz weduwe, met het verzoek om Heindrick met dit leen te willen belenen. Daar Ack van Oudhuesden op dese tijt myn segel by mij niet en hebbe, zegelt Jan heer van Outhuesden voor hem. Op 1506-06-10 wordt Hendrick Maersz met dit leen beleend tot een erfleen. Overmits crancheyt van Heindrick Merts, soo dat hij niet reysen en mach, doet Dirck Jansz de eed
Jan heer van Outhuesden, Goessen Goessensz, [H] Ack van Oudhuesden Heinricsz, leenmannen; 1506-06-10: Dirck van Boneem, Crispyn Jansz, cleene Jan Bruijn