1506-07-02 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten fol 4v, 5v
Jaartallenindex
Karel beleent Jan Numan met die ambachtsheerlijkheid met den ambachtsgevolg, als maelrye, visserye, vogelrye, jaerschot, veeren ende allen anderen saecken der voors. ambachtsheerlijkheid volgende, van den nieuwen aenwassen, uitgorssen, slycken, rietbroeken etc, gelegen bij Stryen, streckende van der West Mase tot aen t diepte van Stryenmonde, langes den Group, w.w. tot Cromstryen toe, zuidwaert tot Wynckeen toe, oostwaert tot aen 't nieuwe landt van Essche, zoals dit tevoren bij brief gegeven was aan wijlen onsen 1e secretaris en audiencier mr Gheryt Numan, vader van de voors. Jan, aan wie deze erfpacht (leen) aangekomen bij partage gemaakt tussen zyns vaders weduwe en de erfgenamen, en ook bij consent van Jans oudste broer mr Pieter Numan. Te houden tot een onversterfelijk leen, te verheergewaden met een stoop rynwijn Haechser mate (in margine: 2 stoopen Rynwijn naar inhoud van de erfpachtbrief). Voor Jan Numan doet hulde zijn oom en voogd Jan van Outhuesden. Volgt een verklaring van Pieter Numan, licentiaat in beide rechten, dat zijn broer Jan Numan in het voorn. leen zal succederen. Hij verzoekt zijn oom Jan van Outhuesden en Dirk van Boneem, leenmannen van Holland, om voor hem te zegelen. Tot meerder zekerheid plaatst Pieter zijn handteycken hieronder (1506-10-19)
present: Dirck van Boneem, Jorden van Raemsdonck, cleene Jan Bruyn