1509-1511 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 31
Jaartallenindex
Karel Grenier, Proc. Gen, en Crispyn Jansz [van Boschuysen] ontvanger van de espargne, contra Willem van Boschuijsen, baljuw van Rijnland. De hertog had de heerlijkheid Aarlanderveen c.a, waaronder Vrijhoeven en 14 morgen land in leen gegeven aan jonker Geraerdt van Culemborch, die op zijn beurt de Vryhoeven en de 14 morgen als achterleen aan Ghysbrecht van Raephorst en diens ouders had geschonken. Bovendien had de vader van Van Raephorst ter zake van een som gelds, die Philips de Goede hem schuldig was, consent van hem gekregen om op de Vrijhoeven turf te steken en die te verkopen. Door bepaalde omstandigheden werd deze concessie pas ten tijde van Karel de Stoute geexpedieerd en bezegeld, en wel tbv Gysbrecht van Raephorst zelf. Na de dood van de jonker van Culemborg verviel de heerlijkheid Aarlanderveen weer aan de hertog, die haar eerst nog in leen gaf aan de heer van Vile, en verviel na diens dood weer aan de hertog, die haar bij opbod liet verkopen. Gekocht door Dierick van Boven namens de thesaurier-generaal Roland le Fèvre. Deze betaalde ½ van de koopsom direct, de andere helft te betalen na de levering. Bij de levering deden zich moeilijkheden voor omdat Willem van Boschuysen, die van Gysbrecht van Raephorst de Vrijhoeven en de 14 morgen land had verkregen, weigerde deze af te staan, omdat deze goederen volgens hem niet meer tot de heerlijkheid behooorden. Hij werd deshalve voor het Hof gedaagd. Eisers voeren een 6 tal argumenten aan. Het 6e luidt: toen Gysbrecht indertijd de Vrijhoeven aan Jacop Copier, zwager van Willem van Boschuysen, baljuw van Rynland, had overgedragen, werd deze door de jonker van Culemborg hiermede beleend, waaruit blijkt dat "Vryhoeven" tot de heerlijkheid behoorde