1510-07-29 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 39-42
Jaartallenindex
Karel etc beleent Adriaen Yde Jacobsz na dode van zijn broeder Pieter Ide Jacobsz.z met: 1) ¼ deel van 1/12 deel van de heerlycheden en tienden des alinge landts van Vossemaer, met ambacht, ambachtsgevolg en ambachtsrecht, 2) ½ van 1/72e deel van de voors. heerlijkheid ende tiende van Vossemaer met den ambacht, -gevolg en -recht, hetwelk zyn vader Ydo Jacobsz in zijn leven verkreeg van Aernout Pietersz. Te houden tot een erfleen. Eodem die wordt hij beleend met ¼ deel van 7 houcken tienden in der lande van der Tolen en van Schakerlo, genoemt die N.Z. van Dalemse polder, die zuydzyde van den Dalemsen polder galchhoeck (?), schelphoeck, Hein Busenhoeck, Cole Crinshoeck en clein Henryk Kempshoeck, met allen toebehoren die zijn vader Ido Jacobsz verkreeg van Cornelis van Treslong. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een rode sperwer. Eodem die wordt hij beleend met 1/24 deel in 1/48 deel van de heerlijkheid Vossemaer c.a. Item 1/24 deel en 1/48e deel en in 1/24e deel van de tiende van Schakerlo, die zijn vader Ido Jacobsz bij zijn leven verkreeg bij overgifte van Anthonis van Jansz van Wissekerke, tot een onversterfelijk erfleen, beide. Heergewaden resp met een paar witte handschoenen en een rode sperwer
Jan van Treslong, Jacob van Matenesse, Pieter Plumion, leenmannen