1511-05-26 |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 34v
Jaartallenindex
Max. en Karel belenen Heyman Adriaensz na dode van zijn vader Adriaen Cornelisz met 7 ½ gaerden lants gelegen in Zuytbrouck, en belegen plagen te hebben west: Lauweris Jansz, oost: Daem Mattenz, streckende van den Cadyck aen Stolwycker landscheiding. Tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een jaar rente. Daar Heyman onmondig is, doet zijn groote vader Cornelis Heymansz de eed voor hem. Op 1525-03-21 (1524) doet Heyman zelf de eed in handen van Vrederick van Renesse, heer tot Malle, stadhouder van de lenen in absentie van de grave van Hoochstraten, stadhouder generaal
present: Pieter Plumion, Jorden van Raemsdonck, Loys Bruueel, Jan Nop; 1525-03-21: mr Aerndt Dandelyn, griffier van Holland, Cornelis Barthouts, leenmannen