1513-05-10 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 145-147
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Lodewijk van den Werve, schildknape, gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn huisvrouw jvr Jaquemyne van Wissnekerke volgens het hem verleende octrooi dde 1511-04-10, zijn huisinge en hofstede te Werve, mitsgaders die singelen, graften, bomen, boomgaerden en 16 morgen land, leen van Holland, tot een erfleen. Met alle gheestelijcke ghiften die Lodewyck nu bezit. Zij moet alle renten en douairie die op deze goeden rusten, indien de douarie van de weduwe van Jan van der Werve ofstorve binnen t leven van des voors. Lodewyks huisvrouw, zo wordt deze douairie gevoegd bij de haar reeds gemaakte douairie, haar leven lang, ende dit in recompense ende begroetenisse van den parthijen van goeden hier nae verklaert: 1) van seecker huis en erf binnen den Briel, der voors. jvr Jacqemine toebehorende, doch door Lodewyk verkocht, 2) een tiende, die tot haar douarie behoorde, doch door Lodewyk gelost is, 3) van 60 à 70 gemeten land in den lande van Voorne, mede aan zijn huisvrouw toebehorende, ter Goederede, doch door hem verkocht, belopende al te samen 300£ gr Vls en meer, 4) veel meer penn. en renten staande op der stede van Goedereede, zijn huisvrouw toebehorende. Indien iemand tegen deze lijftocht making protesteert, vermaakt Lodewijk op grond van zijn octrooi de huysinge en hofstede te Werve met al zijn toebehoren aan Daniel van den Werve, zyns ooms zone. Storen zijn erfgenamen Daniel in het rustig bezit, dat geeft Lodewyk dit alles aan Heere Johan here van Wassenaer, Catwyck, Voorschoten omme met den voors. goeden in dien gevalle ende anders niet gedaen te worden als synen goeden raedt dat gedragen sal. Hun huwelijkse voorwaerden ende daarbij gemaakte douairie blijft ook in stand

Reynier de Jonge, heere van Baerdwyck, Cornelis Suys, Adriaen Jacobsz, Pieter Plumion, leenmannen