1486-06-10 |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam Lade 129
Jaartallenindex
Claes Maertijnsz, priester, cureyt van Sloeterdijck, oorkondt dat Gheryt Heynricsz, Pieter Heynricsz en Claes Jansz erkennen schuldig te zijn aan Marigen Jansdochter, hoir zuster dochter, resp. 55 R gld, 46½ R gld en 32 R gld. Deze gelden zullen zij echter onder zich houden "ter tijt toe dat se Marigen voers. behoeren sal". Zij geven hiervan een rente den penning 18. Onder verband van hun goederen. Gheryt Heynricsz stelt tot onderpand 5 maden lants gheheten die Crofften gheleghen in den ban van Sloten. Item Peeter Heynricsz 6 maden lants oec gheheten die Croften in den ban van Sloten. Item Claes Jansz een huijs dair hij nu ter tijt in woent ende 3 maden lants in dieselve saet gheleghen in die ban van Rasendorp (vgl 1483-05-24)
tughen ende buren: Reyer Gherytsz ende Huijch Florisz, zegel van heer Claes Martijnsz