1487-10-06 |

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 6
Jaartallenindex

Wessel van den Boetzelaer heer tot Asperen oorkondt dat Joost van Haeften, oem, Ghysbert ende Claes van Haeften van Reynoy, gebroederen, ende Jan van Heerler, oudomen van der moeder, ende Otto van Malsen, oem van svaders wegen, van joffrou Heynryck van Malsen ende meer magen ende vrienden van hoer, ende hebben ons te kennen gegeven hoe dat selige Heynrick van Malsen, hoer vader, in syn uiterste begheerden ende bat dat men joffr. Heynric, syn dochter, in een cloester brengen solde, ende sijn tyende so verde zijn zoen storve, Otten syn broeder gheven solden. Ende dat zij dien aengesien nu bededeingt [?] ende maghesceit gemaict hebben, int welc ende meer punten begrepen is dat Otte van Malsen voirs. joffr. Heynric zijn nicht in een cloester brengen sal ende die tyende behalden. En zij verzoeken nu Otto met dez tienden te beleenen. Item daerna anno 1488 den 22e Maert heeft Joffr. Heynrick van Malsen met haar voogd Dieric Spierinck deze tienden te Asperen in die Vyfhoeven gelegen, streckende van de Vliet tot Scolpenhoeve to, opgedragen tbv Otto van Malsen, die vervolgens beleend wordt (vgl 1484-11-25, 1520-02-21)

mannen: Adam van Malsen, Wembert Aertsz