1491-09-09 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Altena fol 1, 2
Jaartallenindex

op huyden compareerde voor de nageschreven leenmannen Cornelis Dammasz en droeg op: 1) een hofstadt met eenre huysinge daerop staende gelegen in den lande van Althena in den gerechte van Almkercke tot Muylwijck, ende een halve hoeve lants daeraen gelegen, 2) een boomgaert en 1½ morgen lands daeraen gelegen in den gerechte van Almkercke tot Muylwijck daer wijlen Dirck die Burchgraven erve was gelegen is aen beyden zyden. Met het verzoek om Jan van Outhuesden hiermede te belenen. Ende alsoo Cornelis voors. om eenige syne nootsaecken, soo hij voor hem nam te Dordrecht te doen hebbende, hem jegenwoordelycken niet goetlijcks ledigen en mochte om dese resignatie te doen voor myn here den Stadhouder in den Hage, so is dit aldus geschiet tot Dordrecht. Op 1492-05-16 wordt Jan van Oudhuesden met dit leen beleend tot een recht erfleen, binnen aftersusterkint niet te versterven (het eerste perceel). Het tweede als leen van de heerlijkheid Putten, tot een recht erfleen, te verheergewaden met 1 R gld

in presentie van: Adriaen Ockersz, mr Jan die Brouwer, Pieter Heynricksz, daer mede bij was ick B. Buschuysen; 1492-05-16: Tielman Oom van Wyngaerden, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet